In het kort:
De bijzondere vorm van zeehondensnorharen heeft geleid tot doorbraak in medische sensortechnologie die levens kan redden.
- Zeehonden kunnen met hun golvende snorharen prooien tot 150 meter afstand detecteren, omdat de haren niet meebewegen tijdens zwemmen
- Verstopte infusen bij couveusebaby's worden nu vaak pas na drie uur ontdekt, wat dodelijk kan zijn
- De nieuwe sensoren kunnen verstoppingen veel sneller opsporen en voorkomen dat baby's de verkeerde medicijndosis krijgen
Het grote plaatje:
Professor Ajay Kottapalli van de Rijksuniversiteit Groningen ontdekte dat zeehondensnorharen anders werken dan die van katten en honden. Robert Flint van het Erasmus MC legt uit dat baby's soms slechts 0,05 milliliter per uur krijgen toegediend, waardoor problemen lang onopgemerkt blijven. "Met deze sensoren kunnen we misschien met hetzelfde aantal verpleegkundigen meer patiënten helpen," aldus Flint.
Wat volgt:
De sensoren worden momenteel getest op nieren buiten het lichaam voordat ze bij patiënten mogen worden gebruikt. Kottapalli en zijn team hopen dat de technologie binnen vijf jaar standaard wordt in Nederlandse ziekenhuizen.