In het kort:
Het project TroostWijs van de Haagse Hogeschool bewijst dat troost een cruciale maar ondergewaardeerde vaardigheid is in de zorg.
- Studenten onderzochten wat ouderen als troostend ervaren: vaak kleine gebaren zoals een streelbeweging over de hand
- Verpleegkundige Marleen Eikelenboom kreeg kritiek omdat ze tijd nam om naast patiënten te zitten en te vragen naar hun dag
- Een anesthesist die even over iemands hand streelde voordat hij een infuus inbracht, maakte jaren later nog steeds indruk op de patiënt
Het grote plaatje:
Zorgtechnologie kan het personeelstekort helpen oplossen, maar troost vereist menselijk contact dat geen robot kan bieden.
Psychiater Dirk de Wachter omschrijft troost als "wezenlijk aanwezig zijn" - iets existentieels in plaats van functioneels. Het gaat niet om problemen oplossen of verdriet wegnemen, maar om simpelweg er zijn voor een ander mens. Zorgverleners leren deze "troosttaal" in de praktijk, maar krijgen er zelden studiepunten of waardering voor.
Wat volgt:
De onderzoeksresultaten zijn gebundeld in het gratis downloadbare boek "Wat is troost?" met een toolkit voor zorgprofessionals, studenten en mantelzorgers om hun troostvaardigheden te ontwikkelen.