In het kort:
Overheidsmaatregelen en de uitpondgolf van verhuurders hebben starters meer kansen gegeven op de woningmarkt.
- Vrijstelling overdrachtsbelasting en opkoopbescherming maakten koopwoningen aantrekkelijker voor starters
- Particuliere verhuurders verkopen massaal hun woningen vanwege strengere regelgeving, wat extra aanbod voor starters creëert
- In de vier grootste steden steeg het aandeel koopstarters van 32 naar 57 procent
De andere kant:
De groei van starters op de woningmarkt verhult een verslechterende betaalbaarheid door explosief gestegen prijzen.
Woningprijzen stegen sinds 2020 met 43 procent, bijna twee keer zo hard als de gemiddelde inkomens. Starters moeten daarom steeds meer eigen geld inleggen: alleenstaanden gemiddeld 47.000 euro en stellen 17.000 euro. De hogere rente maakt lenen bovendien duurder, waardoor starters minder kunnen financieren dan ze nodig hebben.
Wat volgt:
De uitpondgolf biedt tijdelijk meer koopwoningen voor starters, maar verkleint tegelijkertijd het huurwoningaanbod. Het woningtekort blijft de onderliggende oorzaak van de stijgende prijzen en verslechterende betaalbaarheid.





