In het kort:
De onderhandelingen over een wereldwijd plasticverdrag worden bemoeilijkt door tegengestelde belangen van olie-producerende landen en milieugerichte naties.
- Plastic veroorzaakt jaarlijks meer dan 1.000 miljard euro aan gezondheidsschade
- De wereldwijde plasticproductie is tussen 2000 en 2019 verdubbeld naar 460 miljoen ton
- Oliestaten verzetten zich tegen productiebeperkingen vanwege economische belangen
Het grote plaatje:
De onderhandelingen tonen diepe verdeeldheid over de aanpak van het plasticprobleem. Saoedi-Arabië probeert voorstellen voor recycling en afvalverwerking af te zwakken, terwijl de EU zich richt op exportbeperkingen van plasticafval.
- Afrikaanse landen eisen financiële steun voor ontwikkelingslanden
- Discussie over besluitvorming: unanimiteit versus stemrecht
- Mogelijkheid bestaat dat landen onderling afspraken maken buiten het verdrag om
De onderste regel:
Een volledig akkoord lijkt ver weg door de patstelling tussen ambitieuze landen en olie-producerende staten, maar individuele landen kunnen nog steeds eigen maatregelen nemen tegen plasticvervuiling.