In het kort:
De uitstoot van luchtverontreinigende stoffen is sinds 2005 drastisch gedaald door schonere voertuigen en strengere regelgeving.
- Stikstofoxiden zijn al 61 procent lager dan in 2005, terwijl dit pas in 2030 vereist is
- Ook fijnstof, ammoniak, zwaveldioxide en vluchtige organische stoffen voldoen ruim aan de normen
- Het verkeer, ooit de grootste vervuiler, werd veel schoner door roetfilters en elektrische voertuigen
Het grote plaatje:
Dit positieve beeld contrasteert sterk met de Nederlandse reputatie als vervuiler vanwege de stikstofcrisis. De stikstofproblematiek draait echter om lokale effecten op natuurgebieden, niet om de totale nationale uitstoot. Hoofdeconoom Peter-Hein van Mulligen van het CBS benadrukt dat Nederland voor die lokale stikstofneerslag nog niet voldoet aan Europese verplichtingen.
Wat volgt:
Ondanks de vooruitgang waarschuwen gezondheidsorganisaties dat fijnstof en stikstofdioxide ook bij lage concentraties schadelijk blijven voor hart, vaten en luchtwegen. Het CBS verwacht dat de dalende trend aanhoudt door verdere elektrificatie van het wagenpark en strengere industriële regels.