In het kort:
Verschillende islamitische docenten op Nederlandse basisscholen ventileren in religieuze lezingen opvattingen die haaks staan op democratische basiswaarden.
- Een docent stelt dat mannen hun vrouwen mogen aanspreken over het dragen van hoofddoeken en dat vrouwen thuis moeten bidden
- Enkele leraren bespreken lijfstraffen uit de sharia als afschrikmiddel, waarbij handamputatie bij diefstal wordt genoemd
- Een gastdocent bekritiseert de democratie en zegt dat een "select groepje" met expertise moet beslissen in plaats van iedereen
Het grote plaatje:
De uitspraken roepen vragen op over de reikwijdte van de voorbeeldfunctie van docenten buiten schooltijd.
Schoolbesturen beweren dat uitlatingen buiten school onder vrijheid van meningsuiting vallen en losstaan van de onderwijsinstelling. De PO-raad denkt daar anders over. Voorzitter Freddy Weima stelt dat de voorbeeldfunctie van docenten niet ophoudt "binnen de muren van de school" en roept besturen op afspraken te maken over uitlatingen buiten werktijd.
Wat volgt:
Religiewetenschapper Pooyan Tamimi Arab waarschuwt dat het onkritisch benaderen van lijfstraffen "haaks staat op de opvatting dat lijfstraffen niet horen in een democratisch rechtssysteem". De betrokken schoolbesturen nemen afstand van de uitspraken maar benadrukken de scheiding tussen privé-opvattingen en schoolbeleid.