In het kort:
Alle werkenden gaan er financieel op vooruit door belastingvoordelen en hogere kortingen, maar de stijgende kosten van levensonderhoud vragen een flink deel van die winst op.
- Minimumloners krijgen ongeveer 50 euro netto per maand erbij, modale inkomens 26 euro extra
- Huren in de vrije sector mogen met maximaal 4,4 procent stijgen, middenhuur zelfs met 6,1 procent
- Tanken wordt duurder door hogere accijnzen: 5,5 cent extra per liter benzine
Het grote plaatje:
De kostenstijgingen raken bijna alle aspecten van het dagelijks leven en kunnen de inkomensverbetering grotendeels wegvagen.
- PostNL verhoogt postzegelprijzen naar 1,40 euro en pakketprijzen stijgen ook
- OV-tarieven gaan omhoog: NS met 6,5 procent, regionaal vervoer met bijna 4 procent
- Elektrische rijders worden extra getroffen door hogere wegenbelasting en bijtelling
- Hotelkosten stijgen door btw-verhoging van 9 naar 21 procent
De onderste regel:
Hoewel het inkomen stijgt, zorgen de brede kostenverhogingen ervoor dat veel huishoudens per saldo nauwelijks beter af zijn. Vooral de combinatie van hogere woonlasten en mobiliteitskosten weegt zwaar op het huishoudbudget.




