In het kort:
De aanslag, die wordt toegeschreven aan terreurgroep IS, toont aan dat de nieuwe Syrische regering worstelt met het beschermen van minderheden in het land.
- Ongeveer 3000 IS-strijders zijn nog actief in het oosten van Syrië, waar ze relatief vrij kunnen opereren
- IS heeft de oorlog verklaard aan het nieuwe regime omdat het geen strenge sharia invoert
- Ooggetuigen melden dat de terrorist eerst het vuur opende op kerkgangers voordat hij zichzelf opblies
Het grote plaatje:
De nieuwe interim-president Al-Sharaa staat voor een cruciale uitdaging om zijn beloftes waar te maken. Hoewel hij herhaaldelijk heeft toegezegd minderheden te beschermen, laat deze aanslag zien hoe kwetsbaar zijn positie is.
Wat volgt:
De regering heeft aangekondigd hard op te treden tegen de daders, maar experts betwijfelen of dit voldoende zal zijn om het vertrouwen van religieuze minderheden te herwinnen.