In het kort:
De betalingsproblemen bij Vanke tonen aan dat de Chinese vastgoedcrisis zelfs staatsgerelateerde bedrijven niet spaart.
- Het bedrijf vroeg drie keer om betalingsuitstel voor honderden miljoenen euro's, maar obligatiehouders weigerden telkens
- Over twee weken moet Vanke opnieuw 447 miljoen euro uitbetalen aan investeerders
- Vanke's grootste aandeelhouder is staatsbedrijf Shenzhen Metro, wat het bedrijf eerder als relatief veilig deed overkomen
Het grote plaatje:
China's vastgoedcrisis begon in 2020 toen de overheid strengere kredieteisen invoerde om overmatige schuldenopbouw tegen te gaan. Huizenprijzen daalden sindsdien met 20 procent volgens Goldman Sachs, wat miljoenen Chinezen hun spaargeld kostte die vastgoed als pensioenvoorziening gebruikten.
De onderste regel:
Vanke's problemen zijn extra zorgwekkend omdat het binnenlandse obligaties betreft, waardoor Chinese burgers direct getroffen worden. Dit verschilt van eerdere wanbetalingen bij Evergrande en Country Garden, die vooral buitenlandse investeerders raakten. De situatie roept de vraag op of zelfs investeringen in staatsgerelateerde bedrijven nog veilig zijn.



