In het kort:
Nederlandse beleidsdoelstellingen voor windenergie blijken drastisch te optimistisch door onderschatting van onderlinge windmolenhinder.
- Onderzoek van 72 offshore windparken toont dat geen enkel park meer dan 50% van maximaal vermogen haalt
- Windmolens creëren windschaduw voor elkaar, vergelijkbaar met windstilte in een bos
- Overschatting van energieproductie kan decarbonisatiestrategieën destabiliseren
Het grote plaatje:
Carlos Simão Ferreira van TU Delft vergelijkt windparken met bossen waar bomen wind tegenhouden. Deze fysieke realiteit wordt systematisch onderschat in beleidsplannen, terwijl Nederland juist zwaar inzet op Noordzee-windenergie voor de energietransitie.
De onderste regel:
Het Nederlandse streefdoel voor windenergie werd al teruggebracht van 50 naar 30 gigawatt, maar mogelijk moet dit nog verder omlaag. De onderzoekers ontwikkelden een tool voor realistische planning van toekomstige windparken. Deze bevindingen dwingen tot heroverweging van zowel bestaande als geplande windmolenparken op de Noordzee.




