In het kort:
Veel lijsttrekkers slaagden er niet in om de meerderheid van hun eigen kiezers achter zich te krijgen, wat wijst op verdeelde steun binnen de partijen.
- Frans Timmermans van GroenLinks-PvdA kreeg slechts 38 procent van de stemmen binnen zijn partij, het laagste percentage
- Caroline van der Plas (BBB) haalde 44 procent, Dilan Yeşilgöz (VVD) 46 procent en Laurens Dassen (Volt) 47 procent
- Geert Wilders vormde een uitzondering met 95 procent van de PVV-stemmen, goed voor meer dan 1,7 miljoen stemmen
Het grote plaatje:
Vrouwelijke kandidaten trokken opvallend veel voorkeurstemmen, ook wanneer ze lager op de lijst stonden. Bij GroenLinks-PvdA kwamen vier vrouwen via voorkeurstemmen alsnog in de Tweede Kamer. Ook bij rechtse partijen scoorden vrouwen goed: PVV-nieuwkomer Shanna Schilder kreeg na Wilders de meeste stemmen, terwijl BBB'ers massaal op Mona Keijzer stemden.
Achter de schermen:
De populariteit van Yeşilgöz daalde sterk tijdens de kabinetsperiode. In 2023 kreeg zij nog 85 procent van de VVD-stemmen, vergelijkbaar met Mark Rutte in eerdere verkiezingen. Vincent Karremans was met 328.000 voorkeurstemmen de niet-lijsttrekker met de meeste stemmen.



