In het kort:
Het UMCG onderzoekt of realtime scannen tijdens operaties betere resultaten oplevert voor kankerpatiënten en onnodige vervolgbehandelingen kan voorkomen.
- Dertig patiënten krijgen vooraf een radioactief middel toegediend dat tumorcellen zichtbaar maakt op de scan
- Direct na de operatie wordt een PET-CT-scan gemaakt om te controleren of er nog tumorweefsel aan de snijranden zit
- Als dat het geval is, kan de chirurg meteen extra weefsel wegsnijden zonder een tweede operatie
Het grote plaatje:
De nieuwe methode zou een doorbraak kunnen betekenen voor de behandeling van kanker. Normaal gesproken duurt het vijf tot zeven dagen voordat een patholoog het verwijderde weefsel heeft onderzocht. Soms blijkt dan dat er nog tumorweefsel achterblijft, wat leidt tot een tweede operatie of nabehandeling zoals bestraling of chemotherapie.
Wat volgt:
Het onderzoek bestaat uit meerdere fases waarin eerst de veiligheid van radioactieve stoffen in de operatiekamer wordt getest. Ook wordt de samenwerking tussen verschillende afdelingen onderzocht. Als alles veilig en soepel verloopt, worden scans direct tijdens operaties ingezet.

