In het kort:
De militairen van het La Popa-bataljon pleegden "vals positief"-moorden om carrièrevoordelen te behalen door onschuldige burgers af te schilderen als rebellen.
- Tussen 2002 en 2008 werden duizenden van deze moorden gepleegd in heel Colombia, waarbij slachtoffers met verstandelijke beperkingen werden gedood
- De waarheid werd volgens de rechtbank "jarenlang ontkend, verborgen en verzwegen" door de autoriteiten
- Slachtofferorganisaties beweren dat het werkelijke aantal doden hoger ligt dan officieel erkend
Het grote plaatje:
De veroordeling markeert een historisch moment voor Colombia's vredesproces na meer dan vijftig jaar gewapend conflict.
Na het vredesakkoord van 2016 werd een speciale rechtbank opgericht om zowel oud-militairen als voormalige FARC-leiders te berechten. Deze week kregen ook meerdere FARC-leiders dezelfde straf voor ontvoeringen. De zaak betrof ook slachtoffers uit de inheemse Wiwa-gemeenschap.
Wat volgt:
De twaalf veroordeelden moeten acht jaar herstelwerkzaamheden uitvoeren, waaronder wegenbouw, bomen planten en landmijnen ruimen. Ze helpen ook bij de bouw van een cultureel herdenkingscentrum voor het Wiwa-volk.