In het kort:
Trump hanteert een drievoudige strategie om kritische media onder controle te krijgen, met concrete gevolgen voor journalisten en omroepen.
- Persbureau AP verloor toegang tot het Witte Huis na weigering om de Golf van Mexico "Golf van Amerika" te noemen
- Trump eist miljardenschadevergoedingen van Wall Street Journal (10 miljard) en New York Times (15 miljard) wegens kritische berichtgeving
- Mediawaakhond FCC onder Brendan Carr dreigt met intrekking van uitzendvergunningen bij kritische berichtgeving
Achter de schermen:
De aanpak toont concrete resultaten na de Jimmy Kimmel-affaire, waarbij de talkshowhost valselijk suggereerde dat de moordenaar van conservatief activist Charlie Kirk een Trump-aanhanger was.
FCC-voorzitter Carr eiste actie van omroepen tegen Kimmel, met dreiging van vergunningintrekking. Mediabedrijf Nextar, verwikkeld in een 6 miljard dollar overnamestrijd die FCC-goedkeuring vereist, haalde Kimmel van de buis. ABC trok vervolgens de stekker uit Jimmy Kimmel Live.
De onderste regel:
Media buigen steeds vaker voor Trumps druk om commerciële belangen te beschermen. Dit creëert een medialandschap dat zich meer naar het Witte Huis schikt, wat vergelijkingen oproept met het mccarthyisme uit de jaren vijftig.