In het kort:
De stopzetting van federale financiering bedreigt vooral afgelegen gemeenschappen die afhankelijk zijn van lokale omroepen voor nieuws en noodwaarschuwingen.
- Alaska staat er het slechtst voor met 21 zenders die op omvallen staan, terwijl de staat weigert bij te springen
- KCHU-radiozender verliest 70 procent van zijn budget en kampt tegelijk met schade door smeltende gletsjers
- Per 1 oktober stopt de 545 miljoen dollar federale steun, waarvan de helft naar lokale tv-zenders ging
Het grote plaatje:
Publieke omroepen fungeren als cruciale rampenzenders in dunbevolkte gebieden waar commerciële media ontbreken.
James Devens van KCHU in Alaska benadrukt dat zijn zender 7000 mensen bereikt over een gebied 2,5 keer groter dan Nederland. "Zonder waarschuwingen zouden mensen simpelweg overvallen worden door rampen," stelt hij. Gouverneur Dunleavy van Alaska ziet het anders en wijst op smartphones en Starlink als alternatieven.
De onderste regel:
Ondanks dat twee derde van de Amerikanen publieke omroepen ziet als levenslijn voor het platteland, slaagde Trump erin genoeg senatoren te overtuigen. Devens vecht door met donaties maar erkent: "We leven van dag tot dag."