In het kort:
De Rapid Support Forces voerden in april een bloedige aanval uit op het grootste vluchtelingenkamp in de regio, waarbij geen onderscheid werd gemaakt tussen strijders en burgers.
- Minstens 1.013 mensen werden gedood, waarvan 319 door standrechtelijke executies
- 66 gevallen van seksueel geweld werden gemeld, met 104 slachtoffers waaronder 29 kinderen
- Meer dan 400.000 kampbewoners raakten ontheemd na de aanval tussen 11 en 13 april
Achter de schermen:
Het VN-mensenrechtenkantoor concludeert dat de burgerbevolking bewust werd aangevallen, ondanks het feit dat verdedigende milities zich al hadden teruggetrokken.
- Overlevenden vertelden hoe familieleden voor hun ogen werden geëxecuteerd door RSF-strijders
- De geweldplegingen waren volgens het rapport etnisch gemotiveerd, gericht tegen Afrikaanse stammen
- Een gemeenschapsleider beschrijft hoe acht van zijn tien metgezellen werden doodgeschoten terwijl ze zich verstopten
Het grote plaatje:
De aanval vormt onderdeel van een bredere oorlog die al 2,5 jaar woedt tussen de RSF en het Soedanese leger. Volgens schattingen zijn meer dan 100.000 mensen omgekomen en moesten twaalf miljoen mensen vluchten in wat wordt omschreven als de grootste humanitaire ramp van dit moment.



