In het kort:
De rechtbank oordeelt dat minister Faber onvoldoende heeft onderzocht wat de gevolgen zijn van het beëindigen van de opvang voor deze kwetsbare groep.
- De 28 personen kunnen niet zelf in hun levensonderhoud voorzien en lopen risico op onmenselijke behandeling
- Minister Faber wilde de financiering per 1 januari stopzetten omdat de groep geen recht heeft op verblijf
- De opvang moet worden voortgezet totdat per persoon is onderzocht hoe het verder moet
Het grote plaatje:
De bed-bad-broodregeling voorziet sinds 2019 in sobere opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers in vijf grote gemeenten.
- Veel opgevangen personen kampen met fysieke of psychische problemen
- Gemeenten vrezen overlast en onveiligheid als deze mensen op straat belanden
- De minister werd eerder al teruggefloten bij pogingen de regeling in Utrecht en Rotterdam te stoppen
De andere kant:
Minister Faber stelt dat deze groep zich kan melden bij de vrijheidsbeperkende locatie in Ter Apel, maar de rechter vindt dit geen passende oplossing zonder nader onderzoek naar de medische problematiek en beschikbare plaatsen.