In het kort:
De Raad van State oordeelt dat een verbod op voorrang voor statushouders bij sociale huurwoningen in strijd is met de Grondwet.
- Het wetsvoorstel leidt tot ongelijke behandeling omdat statushouders al een slechtere uitgangspositie hebben op de huurmarkt
- Statushouders kunnen zich niet eerder inschrijven op wachtlijsten en een urgentieverbod ontneemt gemeenten de mogelijkheid deze achterstand te compenseren
- Keijzer's beloofde compensatiemaatregelen noemt de RvS "niet realistisch"
Het grote plaatje:
Gemeenten waarschuwden al eerder dat het wetsvoorstel onuitvoerbaar is en tot problemen leidt.
- Slechts 6 tot 10 procent van vrijkomende sociale huurwoningen gaat naar statushouders, volgens het COA
- De Vereniging van Nederlandse Gemeenten vreest dat statushouders dakloos worden of in maatschappelijke opvang belanden
- Het verbod leidt volgens gemeenten nauwelijks tot kortere wachtlijsten voor andere woningzoekenden
Wat volgt:
Dit wetsvoorstel staat los van een eerder aangenomen PVV-voorstel dat statushouders onder alle omstandigheden uitsluit van urgentie. Keijzer gaat dat PVV-deel schrappen via een reparatiewet, maar houdt vast aan haar eigen omstreden voorstel ondanks het vernietigende RvS-advies.