In het kort:
De pogingen van de Hongaarse regering om de Pride-mars te verbieden leiden tot een politiek-juridische strijd met de burgemeester van Boedapest.
- Het Hongaarse parlement keurde dit voorjaar een wet goed die de jaarlijkse Pride-mars verbiedt
- Burgemeester Karácsony probeert via een omweg de mars door te laten gaan als gemeentelijk evenement
- Deelnemers riskeren een boete tot 500 euro, maar handhaving is nog onduidelijk
Het grote plaatje:
Premier Orbán gebruikt een nieuwe grondwetsbepaling over het 'beschermen van minderjarigen' om de Pride-mars tegen te houden. De regering stelt dat lhbti-manifestaties schadelijk zijn voor de ontwikkeling van kinderen.
Wat volgt:
Nederlandse politici, waaronder staatssecretaris Paul en burgemeester Halsema, willen de mars bijwonen. Karácsony organiseert nu een breder 'vrijheidsfestival' met een receptie voorafgaand aan de geplande Pride op 28 juni.