In het kort:
Alle partijen willen 100.000 woningen per jaar bouwen, maar hun aanpak verschilt fundamenteel en biedt weinig perspectief voor huidige woningzoekenden.
- Linkse partijen wijten de crisis aan marktfalen en speculatie, terwijl het EIB stelt dat juist overheidsinterventies zijn toegenomen
- Rechtse partijen zien belemmeringen voor de markt als probleem, maar hun beleid wordt ook bepaald door inkomenspolitiek en milieueisen
- GL/PvdA's plan voor 1 miljoen woningen kost 36 miljard euro en D66 wil tien nieuwe steden bouwen
Het grote plaatje:
Grote projecten hebben een bijzonder lange voorbereidingstijd en worden vervolgens in kleine jaarlijkse stukjes opgeleverd. Het EIB pleit daarom voor een pragmatische aanpak: bouwen aan randen van steden, snellere vergunningen en minder stringente eisen voor betaalbaar wonen.
De onderste regel:
Restricties in ruimtelijke ordening hinderen woningbouw het meest. Partijen als SP, BBB en D66 houden vast aan strikte eisen, terwijl 'optoppen' van gebouwen geen volwaardig alternatief biedt voor nieuwbouw.