In het kort:
De cijferoorlog over statushouders en sociale woningen laat zien hoe verschillende rekenmethodes tot verwarrende conclusies leiden.
- CBS-cijfers tonen dat 7 procent van alle vrijgekomen corporatiewoningen in 2022 naar statushouders ging
- Wiskundige Van de Beek berekent 37 procent door alleen te kijken naar 'starterswoningen', wat experts een scheve vergelijking noemen
- Aedes schat dat 10 procent van sociale huurwoningen in 2023-2024 naar statushouders ging
Het grote plaatje:
De discussie draait om verschillende manieren van rekenen en welke groepen je vergelijkt. Gemeenten zijn wettelijk verplicht statushouders te huisvesten, maar hebben grote vrijheid in het bepalen van voorrangsregels. In grotere steden kan meer dan een kwart van vrijkomende woningen naar 'urgenten' gaan, zoals slachtoffers van huiselijk geweld of mensen met vitale beroepen.
Wat volgt:
Het demissionaire kabinet wil de voorrangsregeling voor statushouders afschaffen, ondanks kritiek van de Raad van State. Minister Keijzer vindt de huidige regel oneerlijk tegenover mensen die al jaren op wachtlijsten staan. Met 19.000 statushouders die wachten op huisvesting blijft de druk op de sociale woningmarkt groot.
