In het kort:
Nederland heeft een van de duurste treinsystemen in Europa, wat leidt tot toenemende mobiliteitsarmoede onder reizigers.
- Alleen Eurostar, Zwitserse SBB en enkele Britse vervoerders zijn duurder dan de NS
- In 2026 stijgen de prijzen met 6,5 procent, terwijl gezinnen vaak maar 50-100 euro per maand hebben voor mobiliteit
- De NS moet 450 miljoen euro per jaar aan ProRail betalen voor spoortoegang
Het grote plaatje:
De hoge prijzen ontstaan door de combinatie van minimale overheidssubsidie en strikte prestatie-eisen. Nederland heeft een van de drukste spoornetwerken ter wereld, met treinen die elke tien minuten rijden tussen grote steden. De overheid verplicht de NS via concessie-afspraken tot deze uitgebreide dienstregeling, ook al is gemiddeld maar 30 procent van de stoelen bezet.
De andere kant:
Reizigersvereniging Rover betwist de NS-bewering dat treinen buiten de spits verliesgevend zijn. "Ook overdag leveren deze treinen meer op dan ze kosten", stelt een woordvoerder. Rover wijst erop dat de Staat als enige aandeelhouder 4 procent rendement eist van de NS, terwijl buitenlandse spoorbedrijven daar jaloers op zijn omdat dit voor hen onhaalbaar is.




