In het kort:
De Nederlandse overheid zet de verkoop van ABN Amro aandelen voort om de staatsschuld te verlagen en de bank meer zelfstandigheid te geven.
- Het staatsbelang daalt van 30,5 procent naar ongeveer 20 procent in de komende periode
- Opbrengsten worden gebruikt om de staatsschuld terug te dringen, niet om begrotingsgaten te vullen
- Sinds 2015 bouwt de staat geleidelijk zijn aandeel af, wat al bijna 12 miljard euro heeft opgeleverd
Het grote plaatje:
ABN Amro werd in 2008 voor 16,8 miljard euro genationaliseerd tijdens de kredietcrisis om een bankfaillissement te voorkomen. De geleidelijke verkoop markeert de terugkeer naar private eigendom.
- Bij een belang onder de 33 procent hoeft ABN Amro geen toestemming meer te vragen voor nieuwe aandelenemissies
- De beschermingsstichting tegen vijandige overnames hoeft niet langer het stemadvies van de minister op te volgen
- Pas onder 10 procent staatsbelang verliest de overheid het recht om bestuursleden goed te keuren
Wat volgt:
De verdere privatisering geeft ABN Amro meer operationele vrijheid terwijl de staat zijn financiële positie verbetert door schuldenreductie.