In het kort:
Het vertrouwen in de Nederlandse politiek bereikt een dieptepunt door aanhoudende crises en het gevoel dat problemen niet worden opgelost.
- Een meerderheid van 60 procent geeft politiek Den Haag een onvoldoende cijfer
- Kiezers spreken van "stelletje prutsers" en een "puinzooi" na het vertrek van PVV en NSC uit het kabinet
- Het vertrouwen is al sinds 2021 laag en de dip duurt langer dan twintig jaar geleden na de moord op Pim Fortuyn
Het grote plaatje:
Mensen voelen zich machteloos omdat structurele problemen zoals het woningtekort blijven bestaan. SCP-onderzoeker Josje den Ridder waarschuwt dat burgers het gevoel hebben zelf weinig invloed te hebben op negatieve ontwikkelingen, terwijl de overheid volgens hen wel kan ingrijpen maar dat niet doet.
Wat volgt:
Polarisatie rond immigratie en klimaat zorgt ervoor dat mensen gesprekken met andersdenkenden mijden, wat een risico vormt voor de democratie. Kiezers hopen dat politici na de verkiezingen samenwerken om problemen daadwerkelijk op te lossen, met wonen als belangrijkste prioriteit.