In het kort:
De resultaten van de enquête schetsen een zorgwekkend beeld van integriteit binnen de Belgische federale politie.
- Ongeveer de helft van de agenten heeft persoonlijke banden met vrienden of familie die in dossiers voorkomen
- Rechercheurs geven informatie door aan criminele organisaties en blijven ondanks zware aantijgingen gewoon werken
- Politieke druk wordt uitgeoefenen om onderzoeken te vertragen of stop te zetten
Achter de schermen:
Het rapport wijst op informele informatie-uitwisseling door liefdesrelaties tussen politie en justitie. Agenten melden dat leidinggevenden externe onderzoeken tegenhouden "om geen slechte publiciteit te veroorzaken" en dat meldingen van misstanden vaak in de doofpot verdwijnen.
De andere kant:
Kamerlid Matti Vandemaele (Groen) noemt de bevindingen "uitermate verontrustend" en spreekt van een "gevaarlijk democratisch probleem". Hij vergelijkt de politieke druk op politieonderzoeken met "praktijken die je in duistere regimes ziet" en wil dat minister Quintin en de politietop het parlement toelichten. Commissaris-generaal Eric Snoeck erkende eerder al problemen binnen de organisatie en kondigde versterkingen aan.




