In het kort:
De Amerikaanse markttoezichthouder FTC kon niet bewijzen dat Meta's overnames van Instagram en WhatsApp illegaal waren of tot een monopolie hebben geleid.
- Meta kocht Instagram in 2012 voor 715 miljoen dollar en WhatsApp in 2014 voor 22 miljard dollar
- De FTC eiste dat Meta de platforms zou verkopen omdat het bedrijf concurrentie zou hebben uitgeschakeld
- Interne e-mails toonden aan dat Facebook destijds mogelijke concurrenten als bedreiging zag
Het grote plaatje:
De rechtszaak begon in 2020 toen Meta nog Facebook heette en werd eerst afgewezen wegens gebrek aan bewijs. Begin 2022 kreeg de zaak een tweede kans omdat de rechter de aantijgingen "krachtiger en gedetailleerder" vond.
De onderste regel:
De rechter in Washington oordeelde dat de FTC onvoldoende heeft bewezen dat Meta een monopoliepositie heeft behouden. Meta verwees naar concurrenten zoals TikTok, YouTube en Snapchat als bewijs dat er wel degelijk concurrentie bestaat in de sociale media-markt.


