In het kort:
De Nederlandse inflatie van 3,1 procent wordt vooral gedreven door stijgende prijzen in essentiële uitgaven, terwijl andere EU-landen juist dalende prijzen zien.
- Woonlasten en energie zijn verantwoordelijk voor een derde van de totale prijsstijging
- Huishoudens zonder duurzame energievoorzieningen worden extra hard getroffen
- Dagelijkse boodschappen zoals koffie en chocolade blijven duur
Het grote plaatje:
Terwijl de inflatie in de eurozone daalt door lagere energie- en productprijzen, blijft Nederland achter met hogere prijsstijgingen dan het EU-gemiddelde. Dit zorgt voor een groeiende kloof met andere Europese landen.
De andere kant:
Ondanks de prijsstijgingen blijven Nederlanders meer uitgeven, vooral aan diensten. De uitgaven aan boodschappen nemen daarentegen licht af, wat duidt op veranderende consumptiepatronen.