In het kort:
Yvonne Adema van het CPB geeft drie redenen voor de hogere productiviteit van exporterende bedrijven en hun toeleveranciers:
- Ze leren sneller nieuwe technieken en methoden van buitenlandse bedrijven
- Ze profiteren van schaalvoordelen door een grotere afzetmarkt
- Ze worden gedwongen productief te zijn door stevige internationale concurrentie
Het grote plaatje:
De studie benadrukt twee belangrijke punten:
- Kennis-spillover is cruciaal: bedrijven als ASML zijn afhankelijk van gespecialiseerde toeleveranciers
- Niet alleen exportbedrijven, maar ook hun toeleveranciers profiteren van de hogere productiviteit
De onderste regel:
Nederlandse exportbedrijven zijn voornamelijk actief in productieve sectoren met slimme technologieën, zoals de agrarische en farmaceutische industrie. De exportsector draagt ongeveer 30% bij aan het Nederlandse bbp.