In het kort:
De cijfers onthullen een schrijnend tekort in de bescherming van kwetsbare kinderen in Nederland.
- 8 procent van alle kinderen geeft aan dat er thuis vaak ruzie is met schelden, slaan of schoppen
- 82,5 procent van kinderen die geweld meemaken krijgt geen jeugdhulp of jeugd-GGZ
- Meer dan 7000 kinderen tussen 8 en 18 jaar deden mee aan het vijfjarige onderzoek
Het grote plaatje:
Kinderen die thuis onveilig opgroeien kampen vaak met meerdere problemen tegelijkertijd. Ze wonen vaker in armere wijken, hebben geldzorgen thuis, komen uit gescheiden gezinnen en worstelen met schoolproblemen of psychische klachten. Wanneer er wel hulp beschikbaar is, sluit deze regelmatig niet aan bij wat kinderen werkelijk nodig hebben.
Wat volgt:
De Kinderombudsman roept het Rijk en gemeenten op om met spoed de problemen bij Jeugdbescherming en Veilig Thuis aan te pakken. Professionals zoals GGD-medewerkers, wijkteams en scholen moeten kinderen een veilige plek bieden. Ook buren, leraren, sportcoaches en familieleden moeten alerter worden op signalen van onveiligheid en actie ondernemen bij zorgen.




